Javer Hannani (28) begon als stagiair bij perMens. Op zijn achtentwintigste kiest hij na vijf jaar straathoekwerk voor een nieuw pad. In dit interview blikt hij dankbaar terug… en kijkt hij ambitieus vooruit.

Goedemiddag Javer! Hoe ben jij straathoekwerker geworden?
In het derde jaar Social Work moest ik een jaar lang stage lopen. De stage die ik gevonden had, ging op het laatste moment toch niet door. Mijn vader werkte als tolk in een asielzoekerscentrum. Amine, die toen vanuit Streetcornerwork (nu perMens) gedetacheerd werd, vertelde hem over Streetcornerwork. Dat bracht hij enthousiast aan me over en ik kende de outreachende aanpak vanuit mijn opleiding. Straathoekwerk sprak me aan, dus stuurde ik mijn cv op en kon ik snel beginnen als straathoekwerker in Velsen! Mijn scriptie heb ik ook bij de organisatie geschreven: ik werkte mee aan een groot onderzoek dat de methodiek van het straathoekwerk beschrijft in alle facetten.
Toen er na mijn stage een plaats in Velsen bijkwam, heb ik meteen gesolliciteerd. Want ik vind het zo fijn om met mensen te werken. Als ik ze kan helpen om weer op het rechte pad te komen, als ik zie dat ze weer zelfvertrouwen vinden in een succesvol traject, dan voel ik me echt dankbaar en waardevol.
Wat is de waarde van straathoekwerk?
Als straathoekwerker ben je een brugfiguur met een groot netwerk: je leidt jongeren naar de juiste hulpverlening. Dat is zo belangrijk: jongeren die het lastig hebben, weten vaak niet welke hulp er voor hen is. Ik had vroeger zelf veel baat gehad bij een straathoekwerker: ik ging met verkeerde vrienden om, vond het moeilijk om mijn emoties te uiten en de thuissituatie was niet optimaal. Ik had geen geld om studieboeken aan te schaffen en werd zelfs van school getrapt. Als iemand me toen had gewezen op het financiële potje waar ik recht op had, dan had mijn schooltijd er wellicht totaal anders uitgezien.
Waarom koos je er dan voor te stoppen als straathoekwerker?
Ik ben heel ambitieus – wat mij betreft ben ik later manager of zit ik op een directeursstoel – en ik voel dat het dus tijd is om nieuwe paden te verkennen. Ik ken de brugfunctie van de straathoekwerker nu goed en wil meer ervaring opdoen in de gerichte hulpverlening. Die kans krijg ik bij het Centrum voor Jeugd en Gezin in Haarlem (Kennemerland) als jongerencoach. Het zal wel anders worden: het werken op straat valt weg en in plaats van dat ik zelf cliënten moet benaderen, zullen ze naar mij worden doorgestuurd. Maar ik zal ook in mijn nieuwe rol vaak met mijn huidige collega’s samenwerken, omdat ik ga werken met dak- en thuisloze jongeren. Mijn ervaring neem ik uiteraard mee.
Hoe herken je een goede straathoekwerker?
Een goede straathoekwerker blijft investeren in de vertrouwensband. Een uitspraak als ‘ik ben corona zo zat’ kan zoveel betekenen. ‘Wat ben je precies zat?’ is dan een goede volgende vraag. En… een goede straathoekwerker houdt feeling met de jongeren. Dat heeft niet zozeer met leeftijd te maken, maar wel met integriteit. Je moet je in hun wereld begeven, maar ook dicht bij jezelf blijven. Jongeren voelen haarfijn aan wat ‘fake’ is. Luister naar hun muziek, maak een TikTok-account als je hun digitale wereld wil begrijpen. Geef gerust een complimentje als ze daar een mooi filmpje maken, maar ga niet zelf filmpjes maken als dat niet bij je past.
Heb je tips voor jonge collega’s?
Aan jonge mensen die net afgestudeerd zijn, zou ik zeggen: overweeg een kick-start in het straathoekwerk. Je leert hier zoveel: alle kanten en structuren van de hulpverlening. Je werkt in een groot netwerk en leert zowel met volwassenen als met jongeren werken. Bovendien zijn er veel kansen om je verder te ontwikkelen. Straathoekwerk vormt een heel dynamisch vakgebied. De coronacrisis bood ons kleine team in Velsen de kans om nog meer in te zetten op de mogelijkheden van digitale media. Het verkennen van nieuwe paden geeft zoveel energie!
Welk gevoel overheerst nu?
Bovenal dankbaarheid. Ik ga de collega’s van team Velsen enorm missen, we hebben samen zulke mooie prestaties neergezet, ik ben zo trots op ze. Twee collega’s wil ik apart vermelden. Jan Gunther heeft me echt onder zijn vleugels genomen, hij leidde me op in het straathoekwerk en bleef ook letten op mijn emotionele weerbaarheid en stabiliteit. Ik gun elke jonge professional zo’n mentor. Ook Mourad Tijarti, die net als ik van vechtsport houdt, heeft mij enorm veel geleerd. Ik heb hier zoveel ruimte gekregen om te groeien, ik mocht me als brutale vlegel ook bemoeien met het beleid. Die ruimte gun ik echt elke nieuwe collega.
Dit interview is op 25 maart 2021 afgenomen door Marie Meeusen